zondag 27 november 2016

De taalontwikkeling van de kleuter

3.  De kleuter

3.1  De ontwikkeling van de kleuter

3.1.2  De taalontwikkeling


Opdracht


Wat is het verschil tussen peuterpraat en kleuterpraat?



Peuter: "Ikke eten!"
Kleuter: "Mama, ik wil graag eten want ik heb honger!"

Zinnen worden langer.


Peuter: "Filmpje kijken!"
Kleuter: "Als we thuis zijn, mogen we naar een filmpje kijken."

Zinnen worden complexer.


Peuter: "Ikke spelen."
Kleuter: "Ik ben aan het spelen."

Werkwoorden worden vervoegd.


Peuter: "Frietjes eten?"
Kleuter: "Gaan we straks frietjes eten?"

Correct gebruik van vraagzinnen.


Peuter: "Jef wenen."
Kleuter: "Jef heeft daarnet geweend."

Gebruik van werkwoorden in de passieve vorm.


Peuter: "Daar, grote auto!"
Kleuter: "Er rijdt daar een vrachtwagen!"

Groei van de woordenschat.


Peuter: "Ikke zwemmen."
Kleuter: "Ik ga morgen zwemmen."

Gebruik van abstracte woorden.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten